top of page
LVV logo

Gedragscode voor de vertrouwenspersoon, aangesloten bij de LVV

​

Deze gedragscode is een richtlijn voor het professioneel handelen van de bij de Landelijke

Vereniging van Vertrouwenspersonen (LVV) aangesloten vertrouwenspersonen (hierna: de

gedragscode).

Onder vertrouwenspersonen worden zowel de interne als de externe vertrouwenspersonen

begrepen en zowel vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen als

vertrouwenspersonen integriteit.

​

 

Met de in de gedragscode genoemde ‘melder’ wordt de persoon bedoeld die zich tot de

vertrouwenspersoon wendt in verband met ongewenste omgangsvormen dan wel bij het

vermoeden van een misstand of het vermoeden van een onregelmatigheid (mogelijke

integriteitsschending).

​

Beroepsethiek en integriteit

De vertrouwenspersoon gedraagt zich zoals van een behoorlijk vertrouwenspersoon mag

worden verwacht, namelijk dat deze de professionele code, de gedragscode en de algemene

sociale en ethische normen en waarden naleeft en handhaaft, ook bij druk van buitenaf om

hiervan af te wijken. Deze treedt tenminste op als een bekwaam en redelijk handelend

vertrouwenspersoon, die de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht neemt.

De vertrouwenspersoon is zich ervan bewust dat onder het naleven van sociale en ethische

normen onder meer valt het niet aannemen van giften en geschenken en het niet aangaan of

onderhouden van persoonlijke relaties, van welke aard dan ook, met de melder.

​

Transparantie

De vertrouwenspersoon verschaft de melder en de organisatie duidelijkheid over de rol,

taken en positie als vertrouwenspersoon en wat de betrokkenen mogen verwachten.

​

Onafhankelijkheid

De vertrouwenspersoon stelt zich onafhankelijk op. De vertrouwenspersoon dient zich

uitsluitend te laten leiden door de belangen van de melder en nimmer door eigen belang, dan

wel eventuele belangen van de organisatie.

De vertrouwenspersoon staat naast de melder en begeleidt en ondersteunt deze. Nimmer

mogen handelingen worden verricht tegen de wil van de melder, tenzij wettelijke bepalingen

anders bepalen of sprake is van een conflict van plichten waardoor gewetensnood ontstaat.

De vertrouwenspersoon treedt niet op als bemiddelaar.

De vertrouwenspersoon is geen onderzoeker en doet niet aan waarheidsvinding.

​

Vertrouwelijkheid

De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht, die ook voortduurt na beëindiging

van de begeleiding van de melder, ten aanzien van wat deze in zijn hoedanigheid als

vertrouwenspersoon verneemt, tenzij wettelijke regelingen anders bepalen of sprake is van

een conflict van plichten waardoor deze in gewetensnood komt. Meer in het bijzonder geldt

voor de vertrouwenspersoon integriteit dat, indien de melder een vertrouwelijke melding

inzake een vermoeden van een misstand of een onregelmatigheid doet (de melder wil niet

dat zijn identiteit bekend wordt gemaakt), deze als intermediair namens de melder de

melding bij de organisatie doet.

​

De vertrouwenspersoon heeft geen wettelijk verschoningsrecht. De geheimhoudingsplicht

van de vertrouwenspersoon vervalt tevens voor zover de vertrouwenspersoon dit nodig heeft

om zich te kunnen verweren in (pre) juridische procedures, inclusief de klachtprocedure van

de LVV als bedoeld in het Reglement Klachtencommissie van de LVV.

De vertrouwenspersoon stelt de melder aan het begin van het eerste gesprek van de aard en

omvang van de geheimhoudingsplicht op de hoogte.

Daarnaast dient de vertrouwenspersoon onmiddellijk aan de melder te melden zodra zich

een situatie voordoet dat de vertrouwenspersoon op grond van gewetensnood, wettelijke

bepalingen of anderszins zijn geheimhoudingsplicht moet doorbreken. De vertrouwens-

persoon handelt bij het doorbreken van de vertrouwelijkheid volgens het bij deze

gedragscode gevoegde protocol ‘doorbreken vertrouwelijkheid’.

​

Kernwaarden en competenties

De essentie van de beroepshouding is dat de vertrouwenspersoon integer en betrouwbaar

is, het vak naar beste kunnen uitoefent.

Persoonlijke kwaliteiten zijn daarbij essentieel; van de vertrouwenspersoon mag verwacht

worden dat hij evenwichtig, flexibel en doortastend is alsmede over empathisch vermogen

beschikt. Tevens dat deze materie-deskundig is, vaardig in gespreksvoering, en kennis heeft

van de sociale kaart en hulpverleningsinstanties.

De vertrouwenspersoon treedt uitsluitend als zodanig op indien hij daartoe voldoende

geschoold en gekwalificeerd is conform de door de LVV gestelde eisen en kernwaarden.

De vertrouwenspersoon heeft de bereidheid zich doorlopend bij te scholen en verder te

ontwikkelen als vertrouwenspersoon.

​

(Tussentijds) beëindigen werkzaamheden voor de melder

De vertrouwenspersoon kan op basis van eigen professionele verantwoordelijkheid en naar

de eisen van de redelijkheid de opvang en begeleiding van de melder (tussentijds)

beëindigen. Indien de vertrouwenspersoon tussentijds beëindiging overweegt dient deze dit

voorafgaand met de melder te bespreken, tenzij sprake is van een zodanige situatie dat dit in

alle redelijkheid niet kan worden gevraagd van de vertrouwenspersoon. Voorts dient de

vertrouwenspersoon zoveel mogelijk zorg te dragen voor doorverwijzing naar andere

vertrouwenspersonen en/of hulpverleners.

​

Klachtenbehandeling

De vertrouwenspersoon is onderworpen aan de gedragscode en het daarop van toepassing

zijnde Reglement Klachtencommissie van de LVV, dat integraal deel uitmaakt van de

gedragscode. De klachtencommissie is bevoegd het functioneren van de

vertrouwenspersoon te toetsen, indien daaromtrent een klacht door een melder wordt

ingediend.

De vertrouwenspersoon tegen wie zich een klacht richt is verplicht gevolg te geven aan een

oproeping van de Klachtencommissie en tot het direct verstrekken van door de

Klachtencommissie gevraagde inlichtingen met betrekking tot de behandeling van een

klacht.

De vertrouwenspersoon dient zich primair in te spannen om een klacht met de melder zelf op

te lossen. De vertrouwenspersoon informeert de melder over het bestaan van het Reglement

Klachtencommissie en wijst de melder op de vindplaats op de website van de LVV dan wel

stelt de melder in staat om hierover te kunnen beschikken.

​

Dossiervorming

De vertrouwenspersoon dient de dossiers van de melder zodanig te bewaren dat ze niet

toegankelijk zijn voor derden.

Het dossier dat de vertrouwenspersoon opbouwt blijft vertrouwelijk, tenzij openbaarmaking

noodzakelijk is op grond van wettelijke regelingen en/of in het kader van de

klachtenprocedure voor de klachtencommissie van de LVV.

Slechts met instemming van de melder zal een lopend dossier kunnen worden overgedragen

aan een nieuw aangestelde vertrouwenspersoon.

De bewaartermijn van dossiers waarvan de kwestie is afgerond is twee jaar en na twee jaar

moeten de dossiergegevens definitief worden verwijderd en vervolgens worden vernietigd.

​

Gedragscode LVV – versie augustus 2024

bottom of page